maandag: op naar de bergen

Volgens René begint het nu pas echt. We worden om acht uur opgehaald door Angèl en vertrekken voor een busrit naar Colca Canyon.  We rijden door de stad naar buiten wat zeker een uur duurt. Arequipa heeft 1.5 miljoen inwoners, met gebouwen van meestal twee, een enkele keer drie woonlagen, kun je je voorstellen hoe uitgestrekt de stad is. 
We klimmen langzaam naar boven in het Andes gebergte, de bergen zijn hier een beetje begroeid  met struiken en boompjes maar cactussen vind je niet meer boven de 3000 meter.  Boven de 3000 meter beginnen we met het kauwen van coca bladeren.  Angèl legt uit dat het preventief werkt tegen hoogteziekte dus we moeten elk half uur een portie van 5-7 bladeren kauwen, tegelijk met een blokje katalysator, een klein blokje gemaakt van de quinoa plant, wat bij de cocabladeren zit. We moeten er minimaal vijf minuten op kauwen en dan uitspugen en dat elk half uur of uur herhalen. Ik heb ook coca snoepjes, die zijn een stuk lekkerder. Je kan ook mate coca of mate Inca drinken, thee van cocabladeren en nog een paar plantjes die tegen hoogteziekte, hoofdpijn en maagproblemen zijn, alledrie krijg je door de hoogte. 
Ik heb gevraagd wat er in de cocabladeren zit en Angèl legt uit dat er o.a. proteïnen en alkaloiden inzitten. Die alkaloiden zijn o.a: cocaïne, werkt als stimulans om in de bergen te kunnen blijven lopen of werken, globuline, wat helpt om extra hemoglobine te maken, papaïne, wat goed is tegen maagklachten en novocaïne, wat een natuurlijk verdovingsmiddel is. Voor de zekerheid even gevraagd wat de dosering is om high te worden: je moet ongeveer 20-25 kg in een half uur wegkauwen. Er zijn makkelijkere manieren. 
Op een aantal plekken zien we op een afstand al de vicuña's, een van de vier kameel-achtige dieren hier. Ik koop onderweg een muts van vicuña wol. Had helemaal geen muts nodig, maar het is wel superzachte wol. Ik denk dat Charlotte hem heel lelijk vind. 
Onderweg krijgen we wat regen en natte sneeuw maar als we in de Colca Canyon aankomen is het heerlijk weer. We rijden langs het uitkijkpunt waar condors gespot kunnen worden, maar dat is meestal vroeg in de ochtend. Toch stoppen we even en zien onze eerste condors al van een afstandje. 
Het dorp waar we twee nachten gaan blijven ligt in deze vallei, Cabanaconde, op 3280 meter. Ons hotel ligt een beetje hoog en kijkt uit over het dorp en de vallei. We hebben nauwelijks warm water uit de douche maar het uitzicht maakt het allemaal weer goed. 
We hebben allemaal last van de hoogte, hoofdpijn, maagpijn, buikkrampen, the works, dus we liggen vroeg in bed.