woensdag 5 oktober, Manu National Park

5 oktober 2016 - Manu National Park, Peru

Om vijf uur worden we opgehaald door de gids die ons mee gaat nemen naar Manu oftewel het Nevelwoud. We zijn maar met zijn drietjes en hebben een chauffeur, een kok en een gids. Lekker decadent, maar normaal zijn de groepen groter. 

We rijden de stad uit en passeren kleine dorpjes met gammele huisjes die allemaal een eigen specialiteit lijken te hebben. Één dorpje heeft allemaal bakkers, daar stoppen we voor brood.  Een ander dorp heeft allemaal een soort vreemde pizza ovens buiten staan, maar die zijn niet voor pizza's. Hier blijkt de nationale delicatesse gemaakt te worden: geroosterde cavia.  Ik heb het nog steeds niet geproefd, vind het toch echt zielig. Lekker hypocriet natuurlijk want ik eet wel koeien, varkens en kippetjes. 

Na een tijdje stoppen we bij een bergtop om een archeologische site te zien waar chullpa's staan, pre-Inca graftombes. Die zijn al van voor christus, echt onwijs oud, maar ze staan er nog steeds stevig. De mummies zijn verdwenen naar musea, een paar hiervan heb ik gezien in het Inca museum in Cusco.  

We rijden verder en passeren een bergpas op ruim 4000 meter, maar dalen al snel weer. We rijden hier door de Andes, van het woestijnachtige westelijke deel van Peru, naar de vochtige jungle aan de oostkant van de bergen.
We stoppen bij het dorpje Paucartambo waar we in een vaag tentje een heerlijk ontbijtje scoren. We lopen nog even door het dorpje daarna, het is heerlijk weer en komen langs een echt museum. Dat verwacht je totaal niet hier maar we besluiten er even in te gaan. Het blijkt een heel leuk museum te zijn met zalen over de pre-inca tijd, de Inca-tijd, de jungle van Manu, de Spaanse tijd en de klederdracht in al die periodes. 

Na dit intermezzo rijden we door en komen rond de middag aan bij het Manu Reserve. Het Nevelwoud doet zijn naam eer aan, het regent en in het dal hangt een enorme wolk zodat we nagenoeg niets zien. Gelukkig is het even droog als we langs de kant van de weg stoppen voor een lunch. De kok heeft lunchpakketjes gemaakt en we genieten even van een voorzichtig zonnetje met de geluiden van de jungle voor ons. Later breekt toch de zon door en kunnen we de enorme groene jungle en de vallei onder ons goed zien. 

De gids heeft een telescoop bij zich waarmee hij diverse vogels heel dichtbij kan halen.  Prachtige kleuren met mooie namen die ik vrijwel meteen vergeet.

Later in de middag stoppen we bij een houten platform, een vogel observatorium waar veel 'kock-of-the-rocks' zitten, rotshaantjes. Hele grappige vogels, hun kop en schouders zijn rood en de onderkant zwart met grijze vleugeltips. Op hun kop heb en ze een rare bult zitten. Ik heb een uur lang geprobeerd om met mijn camera op een statief foto's en video's te nemen maar erg stilzitten konden ze niet. 

Om half zes komen we aan in de lodge. Midden in de jungle op 1600 meter hoogte staan een stuk of zes houten gebouwen op korte palen, met stenen paadjes onderling verbonden. Eentje is de keuken en eetkamer, eentje met echte wc's en douches en de rest zijn slaapkamers. Ze zijn half open maar helemaal dichtgemaakt met muskietengaas. Bovendien is er een klamboe, dus geen beestjes in bed gelukkig. Buiten stikt het van de vliegen, motten en andere vliegende en kruipende vriendjes. 

Om half zeven eten we, het is in inmiddels donker. Het koelt ook af maar niet zo heel erg. We hebben wel licht, er blijk drie uur elektriciteit te zijn 's avonds. Fijn om de camera even te kunnen opladen na al die video's vanmiddag. 
De kok heeft soep en heerlijke forel gebakken, met rijst en salade. Hij is niet voor niets mee gekomen. 
Na het eten liggen we vroeg in bed, morgen moeten we met het eerste licht op, rond half zes.  

Foto’s