27-30 september, Camino Inca.

30 september 2016 - Machu Picchu, Peru

Dag een. 

Eindelijk is het zover, we mogen de trail gaan lopen. Ik heb er zin in, ook al voel ik me niet helemaal lekker. Mensen in de groep zijn al ziek geweest, ik hoop maar dat het goed gaat. 
We vertrekken heel vroeg, zitten om half vier in de bus, het hotel heeft een ontbijtpakketje gemaakt voor ons.  We rijden eerst via omwegen, vanwege de wegblokkades, naar Ollantaytambo. Daar doen we een bakkie en dan rijden we door naar 'km82' op 2800 m hoogte, waar de incatrail begint. 


We gaan eerst langs het eerste checkpoint waar we onze paspoort laten zien en waar de dragers gecontroleerd worden. Niet alleen hun vergunning, maar ook hoeveel ze dragen.  Tegenwoordig mogen ze niet meer dan 25 kg dragen, ik kan me niet voorstellen hoe ze vroeger Soms wel 50 kg droegen, de pakketten op hun rug zijn nu al vaak groter dan hunzelf. 


De trail begint rustig met paadjes langs dorpjes en langs landbouw velden. Na een paar uur komen we al de eerste archeologische sites tegen, prachtig gelegen tegen de bergwand. Namen als q'Anabamba, Willkarakay en q'Entimarka, komen voorbij. Dat taaltje hier, Quechua, en die namen zijn echt totaal apart. De gids, een Peruaanse die Ketty heet, doet alsof het normaal is en slaat ons met al die namen om de oren, ik onthou er niet veel van, maar het uitzicht op al die oude Inca tempels, terrassen en dorpjes is prachtig. 


Onderweg komen we paarden en ezels tegen die door de boeren gebruikt worden om te sjouwen. Voor de trails worden ze niet gebruikt, ze mogen niet verder dan het punt waar wij als het goed is vanavond aankomen. Dus als je je been wilt breken moet je het de eerste dag doen, daarna kan je niet meer opgehaald worden door een paard. De gids wil niet zeggen hoe het moet als je daarna iets krijgt, ze wil alleen kwijt dat we beter niks kunnen krijgen. 


Na een tijdje gaat het pad omhoog, af en toe heel steil met stenen trappen met veel te hoge treden, en af en toe wat vlakker. De hoogte speelt ons parten, we lopen al heel snel te hijgen, maar rustig aan doen en dan lukt het wel. 
Rond 1 uur komen we op een camp site en daar blijkt de kok, Santos, een uitgebreide lunch te hebben gemaakt. Er is een tent opgezet waar we kunnen zitten en we krijgen heerlijke salades, quacemole, brood en soep. We zijn verbaasd over de kwaliteit van het eten, dat hadden we totaal niet verwacht. 


's Middags is de tocht zwaarder, we moeten uiteindelijk klimmen naar 3400 meter vandaag maar we dalen ook regelmatig een stuk, meters die we dus ook weer omhoog moeten. Ketty is vrolijk en roept dat we het vandaag makkelijk hebben maar dat morgen echt heel zwaar wordt. We worden toch wel een beetje ongerust over morgen. 
Na een behoorlijk vermoeiende dag komen we aan op de campsite, ruim voor donker. De kok verrast ons weer met soep, heerlijke visfilet met creoolse saus, rijst, broccoli en zelfs geflambeerde bananen toe. Feestmaal!


We eten vroeg en liggen er idioot vroeg in, om acht uur gaan de zaklampjes uit. Morgen moeten we om vijf uur op voor een hele zware dag. Ik voel me niet helemaal lekker, mijn darmen zijn van slag en ik heb het hartstikke koud. Ik hoop dat ik niet ziek wordt. 


Dag twee. 


Nauwelijks geslapen, ben ziek geworden, zal geen details geven maar het is niet lekker. Tijdens het ontbijt overleg ik met Ketty. Ik heb de opties om nu terug te keren met een van de dragers, of doorgaan, maar dan is teruggaan geen optie meer want de dragers gaan vooruit. Ik besluit om door te gaan, ik ben niet voor niets hierheen gekomen. Ik slik Imodium en krijg vage drankjes, kruidenthee en cola te drinken van Ketty om me op de been te houden. Ook kauw ik cocabladeren om mezelf op te peppen. 


Vandaag wordt het de zwaarste dag. We vertrekken om kwart over zes. Het verschil in hoogte tussen begin en eind is maar 800 meter maar we dalen ook flink dus in totaal is het zo'n 1200 meter klimmen. Het zijn allemaal hele grote ongelijke stenen trappen, veel te hoog om lekker te lopen, het is echt ongelofelijk zwaar. Hier lopen ook geen paarden of ezels meer en ook de dorpjes en boerderijtjes laten we achter ons. Ik voel me ziek, ik vraag Linda en Gerrit of ze foto's willen maken vandaag want dat kan ik er niet bij hebben. Na de vakantie zal ik ze krijgen van ze. 


De eerste etappe is drie en een half uur achter elkaar stijgen naar Dead Woman's Pass op 4200 meter, het voelt aan alsof er geen zuurstof meer in de lucht zit. Ik sleep me elke stap omhoog, probeer mezelf met mijn stokken op te duwen om mijn benen te ontlasten, maar na een uur doen mijn schouders ook vreselijk zeer. Om de haverklap moet ik stoppen om op adem te komen.  De helling is vreselijk steil, als ik achterom kijk ben ik blij dat ik geen hoogtevrees heb, kijk ik omhoog zakt de moed me in de schoenen. Na elke bocht hoop ik op een vlakker stuk maar telkens zie ik opnieuw steile bergwand met ongelijke hoge stenen waar ik tegenop moet klauteren. Ik voel me rot, ben uitgeput en pauzeer steeds vaker, tot ineens na een bocht er geen steile helling meer is maar de bergpas, aan de andere kant duikt het pad de afgrond weer in, ik ben aangekomen op 4200 meter, bovenop de Dead Woman's Pass. Het uitzicht is fenomenaal en we feliciteren elkaar dat we het allemaal gehaald hebben. We komen op adem, maken foto's en zijn trots op onszelf.  


Maar we zijn er nog lang niet. Na deze beklimming volgt anderhalf uur bergafwaarts gaan, wat een aanslag is voor de knieën, maar gelukkig is dat geen uitputtingsslag meer. Rond twaalf uur lunchen we, heerlijk om even te kunnen zitten. 
Na de heerlijke lunch moeten we weer moed verzamelen want de volgende pas moet worden genomen. Opnieuw een uren durende steile klim gevolgd door anderhalf uur dalen. Om vijf uur komen we aan in ons volgende kamp, vreselijk moe maar trots dat we het allemaal gehaald hebben. 


Dag drie. 


Ik voel me gelukkig weer een stuk beter, ben alleen nog verkouden, maar voel me veel minder slap. We mogen ook uitslapen vandaag, we worden pas om half zes gewekt met de gebruikelijke coca thee en een teiltje warm water voor het wassen. 
We ontbijten met pannenkoeken, pap en broodjes. Lang leve chef Santos. Vandaag is het een veel makkelijkere en ook kortere dag. We lopen bij elkaar zo'n vier uur maar het stijgen en het dalen wisselen elkaar veel vaker af zodat het veel makkelijker voelt dan gisteren. Onderweg komen we diverse Inca bouwwerken tegen en we zien in de middag de andere kant van Machu Picchu Mountain. Er is niets te zien van een oude stad, die ligt dus aan de andere kant. 


Begin van de middag komen we aan op de camp site, ik ben toch weer bekaf. Zodra ik mijn slaapzak zie slaap ik. Eind van de middag gaat de rest naar een archeologische site vlakbij maar ze krijgen mij niet wakker. Ik blijf lekker slapen, wordt wakker als het theetijd is, om vijf uur. Santos heeft thee, popcorn, koekjes en warme chocolademelk. We blijven thee drinken tot het avondeten en liggen er daarna weer vroeg in want we moeten morgen heel vroeg op. 


Dag vier. 


Om half vier komt de cocathee en om vier uur zijn we onderweg. Dit keer geen ontbijt maar een ontbijtpakketje want we moeten in de rij gaan staan. Vijf minuten lopen van het kamp is de poort die om half zes opengaat en iedereen wil vooraan staan om de meute voor te zijn bij de Sungate of Inti Punku in goed Quechua. Aan de poort worden de tickets weer afgestempeld en zorgvuldig gecontroleerd of niemand de trail loopt zonder entreebewijs, wat dat betreft is het best nogal commercieel. 


We staan redelijk vooraan gelukkig en om tien over half zes lopen we, op naar Machu Picchu. Het is nog anderhalf uur lopen naar de Sungate en daarna nog 40 minuten naar Machu Picchu zelf. Eerst gaat het vlak maar al snel moeten we weer behoorlijk stijgen en wordt het weer zwaarder. Een hele steile trap vertraagt mijn tempo en ik klauter weer de berg op. Na een half uur verwacht ik na een bocht weer een steile trap, maar ineens sta ik bovenaan de pas en zie de stenen overblijfselen van de beroemde Sungate. Voorbij de gate kijk ik in de Sacred Valley erachter. De vallei ligt grotendeels nog in de schaduw maar de zon piept net over de toppen van de bergen en als in een theater staat de hoofdpersoon in de schijnwerpers: daar ligt Machu Picchu in zijn volle glorie. 


De stad is gebouwd door de Inca's rond 1450 maar die zijn ruim honderd jaar later weer vertrokken. Dit was in de tijd dat de Spanjaarden het continent aan het veroveren waren, maar ze hebben Machu Picchu nooit ontdekt en dat is precies waarom de stad nog zo intact is. De conquistadores veroverden en verwoesten alles, om vervolgens katholieke kerken op de resten te bouwen, om maar even een statement te maken. Gelukkig hier dus niet, alles is intact gebleven maar overwoekerd geraakt door de eeuwen heen, tot Hiram Bingham het begin twintigste eeuw ontdekte en de stad weer bloot ging leggen. Alle edelstenen, artefacten, mummies en andere waardevolle spullen heeft hij meegenomen, maar ja, geef hem eens ongelijk, zeker in die tijd. De rest ligt er dus nog steeds prachtig bij. 


De Inca's hebben drie heilige symbolen voor de bovenwereld, onze wereld en de onderwereld: de condor, de poema en de slang. Machu Picchu is gebouwd in de vorm van een enorme condor, ongelofelijk hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen. Ik vind dat fascinerend. 


Nadat we de zon verder op hebben zien komen en natuurlijk de foto's hebben gemaakt pakken we onze rugzakken weer en dalen af, het pad af naar de stad. Als we aankomen zien we hoe indrukwekkend het is van dichtbij.  Taps gebouwde dikke muren, van grote rotsblokken die precies op elkaar passen. Met name de muren van de tempels zijn perfect op maat geslepen en gepolijst zodat ze perfect op elkaar passen. Ze zijn los op elkaar gestapeld maar door de eeuwen heen hebben ze vele aardbevingen doorstaan. Duizenden slaven moeten hier hun rug op gebroken hebben.

 
We lopen, met de gids, een paar uur door de stad en horen over de geschiedenis.  Daarna loop ik in mijn eentje nog rond en zit een uur lang op een muurtje om alles te laten bezinken. Ik ben trots dat ik de incatrail gelopen heb, maar ben ook bekaf. 
Ik ga met de bus naar Aquas Calientes, een plaatsje onderaan de berg waar het treinstation is. Daar zie ik de rest van de groep voor een late lunch en eind van de middag gaan we terug met de trein naar Ollantaytambo en vandaar met de bus terug naar Cusco. 


Heerlijk, weer in een echt bed slapen en een warme douche.  Maar ondanks het superbasic kamperen, de kou 's nachts en de zware tocht van de Incatrail is het meer dan de moeite waard geweest.
 

Foto’s

4 Reacties

  1. Jeanine van Keane:
    4 oktober 2016
    hai meis
    Wat ben jij stoer! Superknap dat je de trail helemaal gedaan hebt!
    En je verslag was echt zo spannend om te lezen.
    Ik heb er van gesmuld! Wanneer ben je teug?
    Liefs en dikke knuffel.
  2. Yvonne:
    4 oktober 2016
    Knap dat je door gegaan bent. Het lijkt me vreselijk als je zo ziek bent. Mooi om te lezen dat het allemaal wel waard is geweest.
    Liefs
  3. Swanny:
    10 oktober 2016
    Wat een tocht, knappe prestatie, Wen! En zo te horen absoluut de moeite waard :-)
  4. Lia:
    10 oktober 2016
    en dan komt de dag...
    Terug naar Oegstgeest ..