Donderdag, Nasca

15 september 2016 - Nazca, Peru

Water is wel een dingetje hier. Het is zo gortdroog  met die 10 ml regen per jaar dat zelfs de bevolking voor een deel niet altijd drinkwater heeft. Een Peruaanse gids hier vertelde dat ze een groot deel van het jaar maar twee uur water per dag uit de kraan krijgen omdat er gewoon niet genoeg is. Rijke mensen slaan hun eigen waterput maar dat zijn er niet veel. 
Nasca, het stadje waar we zijn, vertelde diezelfde man, is the place to be. Hier zijn de mensen rijker dan in andere steden en de salarissen hoger. Simpele baantjes in de horeca verdienen al zo'n 27 soles, rond de 8 euro per dag maar de hele goede banen verdienen wel drie keer zoveel. Nou is het hier wel goedkoop maar ook weer niet zo erg dat dit veel is. En dit is dus het rijke deel van het land. Je kan het ook zien natuurlijk, de huizen, de winkels, de kleding, het is hier overleven, geen ruimte voor mode, architectuur, luxe artikelen. Er zijn geen terrasjes. luxe winkels of parfumerieën en beelden of musea zijn zeldzaam. Ook al is er een groot centraal plein met een park en bankjes en palmbomen, het blijft een armoedige stoffige en lawaaierige stad met huizen die gebouwd zijn van zelfgemetselde eensteensmuurtjes. Dat lawaai is overigens voor 95% autogetoeter, een soort tijdsverdrijf hier voor als je door de stad aan het rijden bent.
 
Anyway, we gaan vroeg op pad om een archeologische site te zien, Cahuachi, van een van de vroegere Nasca volkeren, nog van voor de incatijd. Deze mensen hadden echt een hard leven in een vijandige omgeving. Geen water, geen voedsel, droge hitte en om de paar jaar el niño die levensgevaarlijk is hier, nog steeds trouwens. Er is totaal geen regen, ze moeten het aanvoeren vanuit de bergen via een ingenieus aquasysteem, maar als het hier twee uur echt regent, dan overstroomd de boel en stroomt alles de zee in. El niño doet dat eens in de zeven jaar en wordt hier gevreesd. De Nasca volkeren hier hadden geen oorlogen, er zijn zelfs nooit wapens gevonden en ze hadden goud en zilver, er zitten veel mineralen en metalen in de grond hier. Nog steeds zijn hier enorm veel mijnen, voornamelijk koper. Helaas waren de graven van de Nasca mensen daarmee gevuld en zijn de graven vorige eeuw ontdekt door grafrovers en is alles geplunderd. Daarmee zijn veel mummies beschadigd maar ze hebben de graven hersteld en open gelaten zodat ze tentoongesteld zijn in hun eigen graf. Was een macaber gezicht, vooral de baby's en kinderen die geofferd waren. 
De sjamanen mummies hadden hun haar nog, heel gek, want ze hadden rood haar. DNA onderzoek heeft aangetoond dat die genen uit Europa kwamen. Nog meer bewijs, naast o.a. de pyramides, dat Columbus echt niet de eerste was die de oceaan over heeft gestoken. 
Grappig ook dat de naam van de site betekent 'de plek waar je de toekomst kan zien'. Die sjamanen waren dol op het sap van de cactus die hier groeide, waarvan het sap sterker hallucinogeen is dan XTC.  Ik vermoed dat het met elkaar te maken heeft. :)
Na deze site doen we nog even een incatempeltje. Sprongetje in de tijd, een ruïne van een gebouw uit de incatijd, kapot gemaakt door de conquistadores, maar de resten geven een indicatie van de geniale bouwmethode waarbij klimaat en waterhuishouding optimaal geregeld was en de huismuren zonder cement gewoon eeuwenlang blijven staan. Kom daar nu maar eens om. 
Ook gaan we nog even langs bij de waterwegen. Eeuwenoude kanalen zijn gegraven en gebouwd met losse stenen door de Inca's en ook nu nog worden die kanalen gebruikt voor irrigatie van de landbouw. We rijden langs de aardappelvelden die net geoogst worden, naar de ronde onderhoudsschachten. 800 jaar oud en ze worden nog steeds gebruikt. 
Redelijk op tijd zijn we terug in het hotel waar we opgehaald worden voor de rondvlucht met een vliegtuigje boven de Nasca lijnen. Eerst de gebruikelijke fotosessie rondom de Cessna, met de piloot, zonder de piloot, in de stoel van de piloot, etc. Daarna stijgen we op en zitten vrijwel direct boven de Pampus, een vlakke plaat in de woestijn, waar de lijnen zijn getekend. We zien ze allemaal, de spin, de condor, de kolibrie, de alien, afijn, als je er alles van wil weten: zie Wikipedia, echt heel interessant. Echt dus, no kidding. Alleen jammer dat ik de instellingen van de camera niet goed had, dus de foto's zijn niet scherp helaas. De camera is van Charlotte, ik had natuurlijk van te voren moeten kijken hoe die werkte.  Die foto's moet ik maar even van een paar anderen pikken.  
Na de vlucht gaan we weer terug en hebben even tijd voor onzelf, erg lekker even. De kinderen en Jan even bellen, beetje slenteren in de stad, heb heerlijk op het plein gezeten en 's avonds weer met hetzelfde kluppie gegeten.  De keuken is niet echt bijzonder trouwens,misschien is het op het platteland bijzonderder, maar hier is het kiezen tussen magnetron of gefrituurd, kip, vlees of vis, rijst of patat, bier of Inca-cola. De locale specialiteit geroosterde cavia heb ik gelukkig nog niet gezien.
 

Foto’s